Een tweede verblijfplaats dicht bij je werkplek huren

Kosten die u betaalt voor uw woning zijn privékosten. Ze zijn niet als beroepskosten aftrekbaar. Maar zijn er geen uitzonderingen? Wat als u elders moet gaan wonen om dichter bij uw werkplek te zijn? Kan u dan niet argumenteren dat u dit doet om beroepsredenen. Dan kunnen de kosten om uw tweede verblijf dicht bij uw werk te huren toch aftrekbaar zijn als beroepskost. We bekijken de voorwaarden …

Het principe

Kosten moeten een beroepskarakter hebben om aftrekbaar te zijn. Dat wil zeggen ze moeten gedaan zijn om beroepsinkomsten te verkrijgen of behouden. Privékosten moet u zelf dragen en zijn niet aftrekbaar. De huurprijs en huurlasten van het onroerend goed dat u als woning gebruikt is zo'n niet-aftrekbare persoonlijke uitgave.

De uitzondering

Het Hof van Cassatie heeft in het verleden al geoordeeld dat soms het huren van een bijkomend verblijf dichter bij het werk voor de uitoefening van de beroepswerkzaamheid noodzakelijk kan zijn, zodat de uitgaven ervoor beroepskosten kunnen zijn.  

Ook de fiscus aanvaardt dit (gedeeltelijk). Huurkosten van een tweede verblijf zijn aftrekbaar als (i) de belastingplichtige bewijst dat hij daarmee een abnormaal lange of ongewoon moeilijke pendel vermijdt (ii) ofwel dat hij buiten de (normale) werkuren steeds kan worden opgeroepen en dan snel op het werk moet kunnen zijn en daarom dus in de buurt moet wonen.

Het beoordelen van de noodzakelijkheid om dicht bij het werk te gaan wonen, is natuurlijk een feitenkwestie. Het komt dan ook aan u als belastingplichtige toe om het bewijs daarvan te leveren. Uiteraard moet u het tweede verblijf huren om beroepsredenen. De kosten van een tweede verblijf dat u om persoonlijke redenen huurt (bv. om dichter bij uw hobby te wonen), blijven, zoals de kosten van uw hoofdverblijf, niet aftrekbaar.

U kan niet enkel de huurkosten van het tweede verblijf aftrekken, maar ook verblijfkosten (onderhoud, elektriciteit). Ten slotte zijn ook de (wekelijkse) vervoerskosten tussen uw hoofdverblijf en uw tweede verblijf, de (dagelijkse) verplaatsingskosten tussen uw tweede verblijf en uw plaats van tewerkstelling aftrekbaar.

Redenen die door de rechtspraak aanvaard werden

De rechtspraak heeft zich hier al vaak over moeten buigen. De volgende redenen werden aanvaard als verantwoord motief om een tweede verblijf dichter bij het werk te huren en de kosten ervan af te trekken:

grote afstand tussen eerste woonplaats en plaats van tewerkstelling; 

afwezigheid van gepast openbaar vervoer, of moeilijkheid van verplaatsing; 

de zware kost van de verplaatsing;

leeftijd en gezondheidstoestand;

het tijdelijk karakter van de tewerkstelling of het verblijf;

onregelmatigheid van de werkuren, bv. vroeg beginnen, laat doorwerken;

het snel ter plaatse moeten kunnen zijn na de werkuren;

verplichting in arbeidscontract om in de buurt te wonen;

aard van job, functie.

Het blijft natuurlijk afwegen. Wat is bijvoorbeeld een (te) grote afstand?

Het moet gaan om een tweede verblijfplaats

Het gaat alleen om kosten van een tweede verblijfplaats. De kosten van uw hoofdverblijfplaats (bv. waar uw gezin woont, waar u in het weekend nog verblijft) zijn altijd privékosten die niet aftrekbaar blijven.

Ook de vraag of de woning die u in de buurt van uw werk huurt een tweede verblijf is (en geen hoofdverblijfplaats), is een feitenkwestie. De hoofdverblijfplaats is o.a. de plaats waar uw sociale contacten plaatsvinden, waar uw post toekomt, waar uw gezin woont, waar u uw financiën beheert, ...

In bepaalde huurovereenkomsten wordt expliciet bepaald dat de huurder het pand als zijn hoofdverblijf zal gebruiken. In dat geval kan u later tegenover de fiscus niet beweren dat die woning uw tweede verblijfplaats is.