Vergeten de vennootschapsbijdrage te betalen?

Vennootschappen betalen in 2016 dezelfde vennootschapsbijdrage als in 2015. Die bijdrage moest in principe uiterlijk op 30 juni 2016 zijn betaald. Wat zijn de gevolgen als u de bijdrage bent vergeten te betalen of in de onmogelijkheid verkeerde door bijvoorbeeld overmacht?

Bijdrage bestemd voor het sociaal statuut van de zelfstandigen

Het principe van de vennootschapsbijdrage kent intussen iedereen. Elke vennootschap die aan de Belgische vennootschapsbelasting of aan de belasting der niet-verblijfhouders is onderworpen, moet aansluiten bij een sociaalverzekeringsfonds en aan dit fonds een jaarlijkse vennootschapsbijdrage betalen. Die bijdrage is bestemd voor het sociaal statuut van de zelfstandigen. Vzw's, feitelijke verenigingen en burgerlijke vennootschappen die geen handelsvorm hebben aangenomen, zijn vrijgesteld.

Werd de vennootschap opgericht in de eerste drie maanden van het jaar, dan moet de vennootschapsbijdrage vóór 1 juli van dat jaar worden betaald. Vennootschappen opgericht vanaf april, betalen de vennootschapsbijdrage uiterlijk de laatste dag van de derde maand die volgt op de maand van de oprichting.

Een vennootschap die in de loop van een jaar wordt opgericht, betaalt de volledige vennootschapsbijdrage voor dat jaar. Het bedrag van de vennootschapsbijdrage is afhankelijk van de balans van uw vennootschap in het voorlaatste afgesloten boekjaar dus het balanstotaal van telkens twee jaar terug. Voor 2016 is de basisbijdrage gelijk aan 347,50 euro indien het balanstotaal lager is dan 655.873,63 euro; de verhoogde bijdrage van 868,00 euro geldt als het balanstotaal hoger is dan 655.873,63 euro. De bijdrage is niet gewijzigd ten opzichte van 2015. Pas opgerichte vennootschappen hebben geen voorlaatste afgesloten boekjaar en betalen de (lage) basisbijdrage.

Verwijlinterest van 1% per kalendermaand

Vergeten is menselijk, maar heeft gevolgen. Het is te zeggen, per maand vertraging wordt een verhoging van 1% aangerekend op dat deel van de bijdrage dat u nog moet betalen (de maand waarin de bijdrage wordt betaald dus inbegrepen). De verhogingen lopen tot en met de maand waarin u de schuld betaalt of tot het ogenblik waarop de gerechtelijke procedure wordt ingeleid.

Voorbeeld: de vennootschap 'Onbezonnen', opgericht op 1 februari 2016, moet uiterlijk op 30 juni 2016 een bijdrage van 347,50 euro betalen. Stel dat zij pas op 2 oktober 2016 betaalt, dan moet zij 13,90 euro verhogingen betalen nl. 1% van 347,50 euro (= 1/100 x 347,50) x 4 maanden vertraging.

Niet-betaalde bijdragen worden langs gerechtelijke weg gevorderd bij de vennootschap, maar
de werkende vennoten, bestuurders of zaakvoerders zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van bijdragen, verhogingen en kosten. Als de vennootschap geen bijdrage heeft betaald, kan deze dus steeds van hen worden gevorderd.

Aanvraag tot kwijtschelding van verhoging

Kon u niet op tijd betalen door overmacht of een ander behartigenswaardig geval, dan kan het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ) de verhogingen eventueel volledig of gedeeltelijk kwijtschelden. Een aanvraag tot kwijtschelding moet worden gemotiveerd (bv. bij financiële problemen via een kopie van haar balans voor dat jaar) en de eigenlijke bijdrage voor het jaar waarvoor de kwijtschelding wordt aangevraagd met de bijhorende kosten (bv. ambtshalve aansluiting, herinneringskosten, gerechtsdeurwaarder) zijn ondertussen betaald. Deze aanvraag moet u bij uw socialeverzekeringsfonds indienen. Uw fonds zal de aanvraag vervolgens aan het RSVZ bezorgen.

Permanente of tijdelijke vrijstelling van betaling

In sommige gevallen kan een vennootschap worden vrijgesteld van de betaling van de vennootschapsbijdrage. Een permanente vrijstelling geldt vanaf het bijdragejaar waarin de vennootschap failliet is verklaard of bij een gerechtelijke organisatie of in geval van een vereffening die in de Bijlagen van het Belgisch Staatsblad werd gepubliceerd.

De vennootschap kan ook tijdelijk worden vrijgesteld van de bijdrage wanneer zij door middel van een attest van het departement vennootschappen van de administratie der Directe Belastingen, bewijst dat zij gedurende het volledige kalenderjaar geen enkele handels- of burgerlijke activiteit heeft uitgeoefend. Beginnende personenvennootschappen (BVBA, V.O.F., Comm. VA,...) kunnen gedurende de eerste drie jaar van hun bestaan van de vennootschapsbijdrage worden vrijgesteld.